Als Joris Jas op een dag zijn voordeur uit komt, struikelt hij bijna over een blauwe fles die op de stoep staat. In de fles zit een papier waarop het volgende is geschreven: 'Immer, immer moet ik dolen met mijn schip over de zee. Goud, juwelen heb 'k gestolen - van de Fransen, de Spanjolen - en toch ben ik niet tevree.'Dit rijm is geschreven door de Blauwe Boekanier, de beruchtste van alle zeerovers, die rondzwerft met de Zeezweep, het schip dat eigendom is van Joris' oom, kapitein Pieter Jas.En dan begint het avontuur van Joris, die als scheepsjongen uitvaart om de Blauwe Boekanier te vinden en zijn oom de Zeezweep terug te bezorgen.
Description:
Als Joris Jas op een dag zijn voordeur uit komt, struikelt hij bijna over een blauwe fles die op de stoep staat. In de fles zit een papier waarop het volgende is geschreven: 'Immer, immer moet ik dolen met mijn schip over de zee. Goud, juwelen heb 'k gestolen - van de Fransen, de Spanjolen - en toch ben ik niet tevree.'Dit rijm is geschreven door de Blauwe Boekanier, de beruchtste van alle zeerovers, die rondzwerft met de Zeezweep, het schip dat eigendom is van Joris' oom, kapitein Pieter Jas.En dan begint het avontuur van Joris, die als scheepsjongen uitvaart om de Blauwe Boekanier te vinden en zijn oom de Zeezweep terug te bezorgen.