Alle Zeven vertellingen (1899) getuigen van De Meesters pessimistische levensbeschouwing. Nauwkeurig geeft hij de introverte gevoelens van zijn verhaalpersonages weer: gevoelens van twijfel, onmacht, wanhoop en desillusie.In het langste verhaal van deze bundel, ‘Gezin’, staat het feest rond de kermis in scherp contrast met de afschuwelijke ontdekking van een jonge vrouw dat zij niet het kind is van haar vader.‘De klompjes’ is het ontroerende relaas van drie verwaarloosde kinderen, die worden aangetrokken door het dodende water.En in ‘Thuiskomst’ wordt de hoofdpersoon de illusie van het huwelijk ontnomen.De vier andere vertellingen getuigen eveneens van De Meesters opvatting dat het leven nu eenmaal ook een dosis leed bevat.Johan de Meester (1860-1931) was van 1889 tot 1891 correspondent van het Handelsblad te Parijs, waar hij in aanraking kwam met het naturalisme. Van nature pessimistisch en uit behoefte om te getuigen voelde hij zich tot deze richting aangetrokken, hetgeen hij onder meer gestalte gaf in zijn Zeven vertellingen. Als kunstredacteur bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant waar hij tot 1927 werkte, heeft hij baanbrekend werk verricht voor de Nederlandse journalistiek.
Description:
Alle Zeven vertellingen (1899) getuigen van De Meesters pessimistische levensbeschouwing. Nauwkeurig geeft hij de introverte gevoelens van zijn verhaalpersonages weer: gevoelens van twijfel, onmacht, wanhoop en desillusie.In het langste verhaal van deze bundel, ‘Gezin’, staat het feest rond de kermis in scherp contrast met de afschuwelijke ontdekking van een jonge vrouw dat zij niet het kind is van haar vader.‘De klompjes’ is het ontroerende relaas van drie verwaarloosde kinderen, die worden aangetrokken door het dodende water.En in ‘Thuiskomst’ wordt de hoofdpersoon de illusie van het huwelijk ontnomen.De vier andere vertellingen getuigen eveneens van De Meesters opvatting dat het leven nu eenmaal ook een dosis leed bevat.Johan de Meester (1860-1931) was van 1889 tot 1891 correspondent van het Handelsblad te Parijs, waar hij in aanraking kwam met het naturalisme. Van nature pessimistisch en uit behoefte om te getuigen voelde hij zich tot deze richting aangetrokken, hetgeen hij onder meer gestalte gaf in zijn Zeven vertellingen. Als kunstredacteur bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant waar hij tot 1927 werkte, heeft hij baanbrekend werk verricht voor de Nederlandse journalistiek.