'Za'k ie vertelle ik hiet Daantje, maar ze noeme me Polletje Piekhaar, omda'k naar de kleniek liep om me kalkhooft te late plukke en op et haveloosie met me bloote kop in de klas moest zitte met Snoekie, Scheeltjelelijk en Balletjeswoef.' Zó, 'voor't gebalde játje weg', introduceeerde Willem van Iependaal (1891-1970) in 1935 zijn onvergetelijke creatie.Polletje Piekhaar, eigenlijk Daantje Schammer, is een mirakels schoffie dat in de jaren voor de eerste wereldoorlog opgroeide in de sloppen van Rotterdam. Zijn vader (maar het zou twintig jaar duren voor die dat op zijn brood kreeg) was advocaat, moeder Leentje werkte op de snoepgoedfabriek van meneer Janse. Polletjes eerste bed was een schillenschuur en een oude krant zijn eerste flanelletje.Met zijn vriendjes Balletje, Scheelelijk en Snoekie van Blommehektonia weet hij door stelen en dieven in leven te blijven. Onder de vrienden is de sfeer goed en zij zulen elkaar nooit 'verlinken'. Totdat ook Polletje een keer voor anderhalf jaar in de 'lik' belandt en zijn tijd poet uitbrommen.
Description:
'Za'k ie vertelle ik hiet Daantje, maar ze noeme me Polletje Piekhaar, omda'k naar de kleniek liep om me kalkhooft te late plukke en op et haveloosie met me bloote kop in de klas moest zitte met Snoekie, Scheeltjelelijk en Balletjeswoef.' Zó, 'voor't gebalde játje weg', introduceeerde Willem van Iependaal (1891-1970) in 1935 zijn onvergetelijke creatie.Polletje Piekhaar, eigenlijk Daantje Schammer, is een mirakels schoffie dat in de jaren voor de eerste wereldoorlog opgroeide in de sloppen van Rotterdam. Zijn vader (maar het zou twintig jaar duren voor die dat op zijn brood kreeg) was advocaat, moeder Leentje werkte op de snoepgoedfabriek van meneer Janse. Polletjes eerste bed was een schillenschuur en een oude krant zijn eerste flanelletje.Met zijn vriendjes Balletje, Scheelelijk en Snoekie van Blommehektonia weet hij door stelen en dieven in leven te blijven. Onder de vrienden is de sfeer goed en zij zulen elkaar nooit 'verlinken'. Totdat ook Polletje een keer voor anderhalf jaar in de 'lik' belandt en zijn tijd poet uitbrommen.