In die dagen was de aarde geen bol en de demonen huisden in een reusachtige magische grot onder een vulkaan in hun ijzeren paleizen: de Onderaarde. Hier stroomde de rivier van de Slaap, hier joegen de demonen voor hun genoegen op de zielen van de slapenden, hier stond hun luisterrijke metalen stad Druhyim Vanashta. Terwijl in de verheven ijle sferen van de Opperaarde de koele en onverschillige goden neerzagen op het werk hunner handen.
Een andere Heer van het Duister was Uhlume, de zwarte Meester van de Dood. Zijn domein was de vreugdeloze Binnenaarde, waar een koud grijs licht heerste en zelfs de schaarse bomen van steen waren.
Hier woonden alleen Uhlume zelf en zijn weinige dienaren, de zielen van mensen die zich voor duizend jaar verkocht hadden aan Uhlume in ruil voor een gunst die hij alleen kon verlenen.
Een van hen was Merh, de luipaardkoningin van het rijk Narasen. Opdat haar verwoeste land weer zou bloeien, schonk zij haar maagdelijkheid aan een dode jongen.
Uit deze verbintenis sproot een bizar kind dat, verstoten na de dood van zijn moeder, opgenomen werd door de twee van de Eshwa, de demonische onderdanen van Azharn. Zij gaven het kind zijn eerste naam Simmu.
Description:
In die dagen was de aarde geen bol en de demonen huisden in een reusachtige magische grot onder een vulkaan in hun ijzeren paleizen: de Onderaarde. Hier stroomde de rivier van de Slaap, hier joegen de demonen voor hun genoegen op de zielen van de slapenden, hier stond hun luisterrijke metalen stad Druhyim Vanashta. Terwijl in de verheven ijle sferen van de Opperaarde de koele en onverschillige goden neerzagen op het werk hunner handen. Een andere Heer van het Duister was Uhlume, de zwarte Meester van de Dood. Zijn domein was de vreugdeloze Binnenaarde, waar een koud grijs licht heerste en zelfs de schaarse bomen van steen waren. Hier woonden alleen Uhlume zelf en zijn weinige dienaren, de zielen van mensen die zich voor duizend jaar verkocht hadden aan Uhlume in ruil voor een gunst die hij alleen kon verlenen. Een van hen was Merh, de luipaardkoningin van het rijk Narasen. Opdat haar verwoeste land weer zou bloeien, schonk zij haar maagdelijkheid aan een dode jongen. Uit deze verbintenis sproot een bizar kind dat, verstoten na de dood van zijn moeder, opgenomen werd door de twee van de Eshwa, de demonische onderdanen van Azharn. Zij gaven het kind zijn eerste naam Simmu.